Met de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) verbetert Nederland de omstandigheden voor planten en dieren in de grote wateren. Zo kan het ecosysteem gezond en veerkrachtig worden. Dat is goed voor de leefbaarheid en vergroot bovendien de economische waarde. Ook ontstaan kansen om de gevolgen van klimaatverandering beter op te vangen.
De streefbeelden geven een optimaal toekomstbeeld voor de ecologische waarden van de grote wateren, binnen de randvoorwaarden van waterveiligheid, zoetwatervoorziening en bereikbaarheid. Door deze streefbeelden naast toekomstbeelden voor andere functies te zetten is integrale politiek-bestuurlijke besluitvorming mogelijk. De ecologische streefbeelden voor 2050 zijn daarmee een van de bouwstenen voor toekomstbestendige grote wateren.
De Nederlandse grote wateren brengen ons economische welvaart: grote zoetwaterbuffers, havens en scheepvaartroutes, visserij, delfstoffen en toerisme. Ze hebben ook een sleutelfunctie voor de nationale en internationale biodiversiteit.
Onze grote wateren liggen op het kruispunt van wereldwijde trekroutes van vogels en vissen.
We zoomen in op Nederland.
Miljoenen vogels sterken hier aan tijdens de trek. Of ze broeden of overwinteren hier. Voor vissen is Nederland een toegangspoort naar paaigebieden landinwaarts.
De sleutelfunctie voor vogels, vissen en andere soorten staat onder druk. Door dijken, dammen en sluizen is hun leefgebied versnipperd of verdwenen. De waterkwaliteit is verslechterd. Klimaatverandering maakt de natuur nog kwetsbaarder.
Klimaatverandering stelt ons ook voor andere vraagstukken: minder zoetwater, meer wateroverlast en hogere waterstanden.
De oplossing zit in de verbetering van het water- en bodemsysteem van de grote wateren.
Daarmee ontstaat meer leefgebied en genoeg voedsel voor planten en dieren. Het ecosysteem kan de voedingsstoffen beter benutten en daardoor verbetert de ecologische waterkwaliteit. Dit water- en bodemsysteem kan bovendien de gevolgen van klimaatverandering beter opvangen: stortbuien, droogte en hogere waterstanden.
Streefbeelden voor de grote wateren geven de richting aan naar een robuust water- en bodemsysteem. Voor een goede kwaliteit van ons water en veerkrachtige natuur die tegen een stootje kan. En voor een veilig, mooi en welvarend Nederland. De streefbeelden gaan over vier gebieden.
Een Waddenzee met zoveel mogelijk kenmerken van een brakwater estuarien getijdengebied, met genoeg rust, stilte en duisternis.
Een zoetwatermerengebied op de overgang van rivieren naar zee met een rijke hoeveelheid voedsel voor het ecosysteem.
Een rijk levend rivierenlandschap van vrij- afstromende en gestuwde rivieren, met natuurlijke variatie in waterstanden en stroomsnelheden als motor.
Een estuarien mondingsgebied van rivieren met waar mogelijk (open) verbindingen tussen de rivieren en de zee.
De grote wateren vormen samen één delta. Ze geven water, voedingsstoffen, zout, zand, slib en organismen aan elkaar door. De ecosystemen gaan geleidelijk in elkaar over.
Dat is de kern van de streefgebieden voor alle grote watergebieden.
Wat betekent dat concreet?
De dynamiek van het water is de motor van het ecosysteem. Natuurlijke wisselingen in waterpeilen zijn overal essentieel. Ook de zand- en slibdynamiek vraagt aandacht.
Bijvoorbeeld in het Rivierengebied: meer ruimte voor rivierdynamiek zorgt voor gevarieerder leefgebied
Bijvoorbeeld in de Rijn-, Maas- en Scheldemonding: getijdynamiek in Haringvliet en Grevelingen zorgt voor gezonder water
Grote en gevarieerde leefgebieden zijn noodzakelijk voor duurzame populaties en grote biodiversiteit. In alle wateren zijn bredere oeverzones op de overgang van land naar water nodig.
Bijvoorbeeld in het IJsselmeergebied: geleidelijke land-waterovergangen, van binnen- naar buitendijks voor gevarieerd leefgebied
Goede verbindingen maken
In alle wateren vragen verbindingen tussen zoet en zout water en met binnendijkse natuur en kleinere wateren aandacht, o.a. voor migratie van vissen en uitwisseling van voedingsstoffen.
Bijvoorbeeld in de Waddenzee: Groot- en kleinschalige zoet-zoutverbindingen
Als we in de richting van de streefbeelden werken, worden de grote wateren toekomstbestendig, de kwaliteit van ons water goed en de natuur veerkrachtig. Hiermee werkt Nederland ook aan het duurzaam behalen van de wettelijke doelen voor waterkwaliteit en natuur in de grote wateren.
Goede waterkwaliteit en veerkrachtige natuur biedt bovendien kansen om de gevolgen van klimaatverandering met natuurlijke oplossingen op te vangen. Zo dragen de grote wateren bij aan een veilig, mooi en welvarend Nederland.
Bekijk de streefbeelden en systeemmaatregelen per gebied: